In Nederland denken we nauwelijks na over waar ons drinkwater vandaan komt als we de kraan opendraaien. Het Nederlandse drinkwater is gezuiverd grond- of oppervlaktewater. In veel plaatsen op de wereld zijn mensen echter afhankelijk van smeltwater voor hun drinkwatervoorziening. Dit smeltwater is afkomstig van gletsjers en wordt via rivieren afgevoerd naar een groot stroomgebied: een derde van de wereldbevolking woont in zulke gebieden. Normaal gesproken smelten gletsjers in het voorjaar en in de zomer genoeg om de mens en de natuur van voldoende water te voorzien en wordt de hoeveelheid ijs en sneeuw weer aangevuld in het najaar en de winter.
Maar: overal ter wereld zien we hetzelfde beeld van slinkende gletsjers die in rap tempo aan massa verliezen. Bij het huidige tempo van ijsverlies zal in de Kaukasus, de Alpen, de tropen, Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland in de tweede helft van de eeuw het grootste deel van het gletsjervolume verdwenen zijn. Ook bij slechts 1.5°C, wat we hoogstwaarschijnlijk binnen een jaar of twintig gaan bereiken, zal een derde van het ijs in het Aziatische hooggebergte smelten. Het verdwijnen van gletsjers betekent dus dat miljoenen mensen ter wereld hun belangrijkste bron van drinkwater kwijtraken, met ernstige waterstress tot gevolg.