Bij het woord klimaatverandering denken de meeste mensen aan smeltende ijskappen, dieren waarvan het ecosysteem vernietigd wordt, stijgende zeespiegels of toenemende droogte. Maar heb je weleens nagedacht over klimaatonrechtvaardigheid? Daarmee bedoelen we dat lang niet alle mensen evenredig veel schade toebrengen aan het klimaat. Sterker nog, de rijkste 1% van de wereldbevolking stoot 30x meer CO2 uit dan de armste 50%. Bovendien stoten grote bedrijven ook onevenredig veel uit: wereldwijd is maar liefst 70% van de CO2-uitstoot afkomstig van de 100 grootste bedrijven.
En het wordt nog onrechtvaardiger. Wereldwijd worden mensen namelijk niet in dezelfde mate getroffen door klimaatverandering. Mensen in arme landen merken de gevolgen eerder en veel sterker dan wijzelf. Denk bijvoorbeeld aan de oprukkende woestijnen en toenemende waterstress in Noord-Afrika. En dat terwijl zij het minst verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde. Het is ontzettend scheef dat de rekening voor het probleem niet terechtkomt bij hen die er de meeste schuld aan hebben.
De conclusie: het economische systeem dat we hebben gecreëerd faalt. De rijken worden steeds rijker, de kloof wordt steeds groter en de kwetsbaren zijn de dupe. Het wordt tijd voor inclusieve duurzame oplossingen die voor iedereen betaalbaar en toegankelijk zijn. Dat betekent onder andere een eerlijke prijs op CO2 die betaald wordt door de vervuiler. Dat betekent ook dat de rijke landen als eerste naar nul uitstoot moeten, om de armere landen nog wat meer ruimte en tijd te geven om zichzelf te ontwikkelen. Én dat betekent koste wat het kost voorkomen dat we boven die 1,5 graad uitstijgen, want 2 graden opwarming betekent substantieel meer klimaatontwrichting en sociale ongelijkheid.